De sleutel tot een hoge inuline-opbrengst: perceelskeuze

De keuze van het perceel is een van de cruciale factoren voor het behalen van een hoge inuline-opbrengst. Let daarom goed op de volgende punten:

Grondsoort: vermijd moeilijk bewerkbare gronden 

Een hoge inuline-opbrengst kan alleen worden bereikt met een goede veldopkomst. Dit is haalbaar op zand-, zavel- en lichte kleigronden. Zware kleigronden zijn in het voorjaar minder geschikt, omdat het zaad daar sneller droog komt te liggen. Bovendien is de oogst op deze gronden lastiger. Op zware klei is het moeilijk om een goed evenwicht te vinden tussen acceptabele oogstverliezen en grondtarra. Daarom wordt geadviseerd om niet te zware percelen te kiezen, met een bewerkbaarheid van niet meer dan 18-20% lutum (maximal circa 30% afslibbaar).

Water: niet te veel en niet te weinig

Door hevige regenbuien komt wateroverlast steeds vaker voor. Dit probleem doet zich vooral voor op lage of verdichte plekken van slecht gedraineerde percelen. Zorg ervoor dat uw percelen vlak liggen en dat de drainage goed functioneert om dit te voorkomen. Een beregening van ongeveer 20 mm is rendabel als het leidt tot een meeropbrengst van minimaal 3 ton wortels per hectare. Ook is het belangrijk om n ate gaan of op droogtegevoelige percelen beregening mogelijk is en of de capaciteit voldoende is om bij langdurige droogte ook de cichorei te kunnen beregenen.

pH: hoger dan 5

Een voldoende hoge pH is essentieel voor een goede wortelgroei. Dit bevordert de opname van voedingsstoffen en zorgt voor een betere loofvorming. Bovendien maakt een hogere pH de plant weerbaarder tegen aaltjes. Bij een lage pH wordt aanbevolen om in het najaar te bekalken. De benodigde hoeveelheid kalk kan worden berekend met de IRS-applicatie kalkbemesting.

Niet verdichte bodem

Cichorei is gevoelig voor bodemstructuur. Een optimale opkomst en groei zijn alleen mogelijk bij een niet-verdichte bodem. Een ploegzool of andere verdichte lagen kunnen de wortelgroei verstoren, wat resulteert in vertakte wortels, meer grondtarra en een lagere wortelopbrengst. De bodemstructuur wordt grotendeels bepaald door de omstandigheden in het voorgaande jaar. Percelen die zwaar bereden zijn, zijn zeker niet geschikt voor de teelt van cichorei in het daaropvolgende jaar (zie foto).

Lage onkruiddruk

Vermijd percelen met wortelonkruiden zoals hoefblad, akkermelkdistel en veenwortel. Dit geldt ook voor percelen die rijk zijn aan zaadonkruiden. Kies bij voorkeur percelen waar u een lage onkruidbezetting verwacht.

Voorvrucht: bij voorkeur granen

Een graangewas, bij voorkeur gevolgd door een goed ontwikkelde groenbemester, is over het algemeen een uitstekende voorvrucht. Rooivruchten zoals uien of bieten zijn alleen geschikt als voorvrucht bij een goede bodemstructuur na de oogst. Bij aardappelen als voorvrucht kan aardappelopslag een nadeel zijn. Wees voorzichtig met vlinderbloemigen (zoals erwten en bonen), aardappelen en peen als voorvrucht. Een besmetting met Sclerotinia sclerotiorum (rattenkeutelziekte) kan zich in deze gewassen sterk uitbreiden, wat wortelrot in cichorei kan veroorzaken.

Ligging: vlak

Een vlakke ligging is essentieel om in het voorjaar een ondiep en bezakt zaaibed te kunnen voorbereiden. Een ploeg of spitmachine egaliseert nauwelijks. Zorg er daarom voor dat het perceel vóór de hoofdgrondbewerking vlak ligt. Dit kan worden bereikt door een bewerking met een vaste tand cultivator, bij voorkeur schuin of dwars op de ploeg- of spitrichting. Zodra het vocht in de bouwvoor is uitgezakt, kunt u de grond zonder structuurbederf bewerken. Met een goed afgestelde ploeg of spitmachine kan vervolgens vlak werk worden geleverd.

Kapot gereden percelen zijn niet geschikt voor cichorei (foto: IRS).